portret

Rick Lorenzo Dros

Laatste nieuws
-al het nieuws over Rick Lorenzo Dros

Bio.txt
Vlak voor zijn doctoraal stopt hij met zijn studie Engels en maakt hij tekeningen voor o.a. het Haarlems Dagblad, het tijdschrift van de VVDM (Vereniging Voor Dienstplichtige Militairen) en het School-tv Weekjournaal, waar hij ook vele liedjes voor schrijft. Tot 1993 is Rick Lorenzo Dros vooral bekend bij Volkskrant-lezers als tekenaar van de strip Lorenzo in de zaterdagbijlage. In dat jaar doet hij met zijn liedjesprogramma 'Bloe Moen' mee aan het Amsterdams Kleinkunstfestival, waarmee hij de Publieksprijs wint.

Verslag 'Doondoe'
De opvolger van 'Bloe moen' heet 'Doondoe', hierin speelt hij korte tragikomische scenes, waarin hij vaak gebruik maakt van cartooneske attributen. Verschillende typetjes lijken recht uit zijn tekeningen te komen. Zelf noemt Dros dan ook 'cartoon-cabaret'. Voorbeeld is een scene waarin een Alzheimer-patient een collectant aan de deur krijgt, hij vervolgens zijn pijptabak zoekt, vervolgens zijn pijp (die hij in zijn hand heeft) en zich dan weer afvraagt waar zijn pijptabak is. Een perfect uitgespeelde herhaling die naarmate de tekst duurt zowel pijnlijk als komisch wordt. Met zijn gitaar en vilstift onderbreekt hij zijn vertelling op een aangename wijze. De figuur op het tekenvel loopt zo over in de persoon op het podium.

Na het introductie-liedje 'Doon doe' waarbij hij zichzelf begeleid door met eigen stem instrumenten na te bootsen, begint hij te vertellen dat hij al vier jaar aan 't doorbreken is. Gezien het enorme aanbod aan cabarettalent en het weinig vernieuwende van zijn programma vroegen wij ons af of hij verder komt dan dat. Hij zingt veel en goed en begeleid zichzelf op de gitaar, binnen de liedjes kan hij van 't ene op 't andere moment omslaan naar een andere stijl zoals in het liedje 'travelling man' dat afgezien van het couplet volledig in het Nederlands gezongen wordt en handelt over een ordinair gezin (pa zit onder de plak, mag na z'n tweede flesje Heineken geen derde van zijn vrouw) dat met de caravan eropuit is.

Er volgen nog liedjes over cabaret (vooral veel lege zalen) en heuvelachtig Limburg. Tussendoor doet hij sketches waarin hij ondermeer een Alzheimer patient speelt, die steeds vergeet dat er een collectant van de Alzheimer- stichting voor de deur staat. Het liedje over het zoenende paar dat met de beugels in elkaar verstrikt raakt klonk ons nogal voorspelbaar in de oren.

Hij sluit de voostelling af met een verrassend liedje waarin hij ineens ook grof blijkt te kunnen zijn. (Je kut was nogal droog, het leek wel schuurpapier en niet van dat fijne, maar met korrel nummer vier). Juist omdat dit 't enige moment is waarin hij wat verder gaat, is 't leuk. In de voorstelling komt Dros goed en snel op gang, hij zoekt in het begin wat contact met 't publiek en de zaal krijgt hij gemakkelijk mee. (HS)